Voor deze hulp kun je aankloppen bij de gemeente

Wie hulp nodig heeft om de draad weer op te pakken na een verlies of ziekte kan voor heel veel zaken terecht bij de gemeente. De gemeente is de uitvoerder van de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Wmo. Maar welke hulp wordt eigenlijk precies vergoed vanuit die wet? Vief zocht het uit, ontdekte dat dit lang niet overal hetzelfde is en dat je het soms ook prima zelf kunt regelen. 

Een verlies, ziekte, handicap of gewoon het ouder worden kan in het dagelijks leven heel wat praktische problemen opleveren. Het huishouden wordt een opgave, je ziet als een berg op tegen boodschappen doen omdat je slecht ter been bent, of je weet niet meer hoe je de administratie moet voeren.

Doe de Vief Check

Ruim 30.000 mensen gingen je voor.

Vul de gratis Vief Check in en krijg snel inzicht in de wirwar van zorg, hulpmiddelen en voorzieningen waar jij baat bij kunt hebben.

Start de Vief Check

Hulp kan zorgen dat je huishouden blijft draaien, met een scootmobiel kun je zelf boodschappen doen of op bezoek bij vrienden en een traplift kan ervoor zorgen dat je langer in je huis kunt blijven wonen. Kortom: de Wmo is er voor jou. Maar welke soorten hulp kun je er eigenlijk allemaal krijgen? 

Maatwerk of algemene voorziening

Verschillende soorten hulp worden uit verschillende wetten gefinancierd. In deze blog maakt Vief je wegwijs in het oerwoud van de Wmo, de Wlz en de Zvw. We richten ons nu vooral op de Wmo. Deze kent twee soorten ondersteuning, ook wel ‘voorzieningen’ genoemd. Algemene voorzieningen zijn er voor iedereen (die in aanmerking komt). Denk hierbij aan koffieochtenden in het buurthuis, avonden waarop je samen kunt koken, groepswandelingen, de boodschappenbus, de regiotaxi of de maaltijdservice. Een maatwerkvoorziening daarentegen is afgestemd op één persoon. Denk daarbij aan fysieke voorzieningen zoals een scootmobiel, toiletverhoger, aangepaste douche, of diensten als huishoudelijke hulp. Kort gezegd komt het erop neer dat je via de Wmo een vergoeding kunt krijgen voor alle ondersteuning in en om het huis, zoals aanpassingen in de woning, huishoudelijke hulp en vervoersvoorzieningen.

Woonvoorzieningen

Als je door een ziekte of handicap wordt beperkt in het normale gebruik van je woning, kun je in aanmerking komen voor een woonvoorziening. Voorbeelden van woonvoorzieningen zijn:

• vergoedingen voor inrichting of verhuizing 
• woningaanpassingen van bouwkundige aard (bijvoorbeeld een aangepaste badkamer) 
• woningaanpassingen van niet-bouwkundige aard (bijvoorbeeld een rolstoeltapijt of de vervanging van vloerbedekking voor laminaat).

Hulp bij het huishouden

Ook voor hulp bij het huishouden kun je in sommige gevallen bij de gemeente aankloppen. Denk hierbij aan taken als wassen, strijken, koken en het organiseren van dagelijks huishoudelijk werk. Heb je een partner die het huishouden kan verzorgen, dan krijg je over het algemeen geen hulp. 

Vervoersvoorzieningen

Onder vervoersvoorzieningen vallen bijvoorbeeld een scootmobiel, lokaal vervoer zoals de regiotaxi en de bus of een kilometervergoeding voor je auto. Als jouw gemeente in collectief aangepast vervoer voorziet, zal eerst gekeken worden of je hiervoor in aanmerking komt. Zo ja, dan kun je geen individuele vervoersvergoeding krijgen. De gemeente kijkt naar wat in jouw situatie de goedkoopste geschikte voorziening is. 

Doe de Vief Check

Ruim 30.000 mensen gingen je voor.

Vul de gratis Vief Check in en krijg snel inzicht in de wirwar van zorg, hulpmiddelen en voorzieningen waar jij baat bij kunt hebben.

Start de Vief Check

Grijs gebied

En hier wordt belanden we een beetje in grijs gebied. Vief ontdekte dat het eigenlijk niet precies te zeggen waarvoor je allemaal een vergoeding kunt krijgen. Alle zaken die hierboven staan vallen in algemene zin onder de Wmo. Maar gemeenten bepalen zelf grotendeels wat zij wel en niet vergoeden. Dat komt doordat de situatie in elke gemeente anders is. In een uitgestrekte plattelandsgemeente zijn bijvoorbeeld andere voorzieningen nodig dan in een grote stad. In een wijk waar veel ouderen en gehandicapten wonen, wordt om andere voorzieningen gevraagd dan in een wijk waar veel jonge gezinnen wonen.

De eigen bijdrage van de Wmo is in 2022 maximaal 19 euro per maand per huishouden, net als in 2021. Het inkomen en het vermogen tellen daarbij niet mee. Een gemeente mag de eigen bijdrage verlagen. Ook kan er gekeken worden naar je leefsituatie. Heb je nog een partner die kan helpen? Of mantelzorgers zoals familie of vrienden in de buurt? 

Zelf regelen is soms beter

De gemeente is er als je het niet meer zelf kunt oplossen. Maar als je dat wel kunt, is het vaak beter om dat ook te doen. Huishoudelijke hulp vind je sneller zelf dan als dat via de gemeente moet. Je hebt meer te zeggen over wat jij belangrijk vindt en hoe vaak je ondersteund wilt worden. Voor veel mensen is dat het waard om huishoudelijke hulp zelf in te schakelen en te betalen. Hetzelfde geldt voor een rolstoel of zelfs een scootmobiel. Die zijn niet zo duur als je denkt. Wij helpen je graag om dit samen met jou uit te zoeken.

Het aanvragen van een Wmo-voorziening

Een Wmo-voorziening vraag je aan bij de gemeente. Veel gemeenten hebben hiervoor een speciaal Wmo-loket. Vaak is het aanvragen van een voorziening eigenlijk best makkelijk, als je weet waar je moet zijn. Maar in sommige gevallen is het ingewikkeld. Dan kun je in heel Nederland terecht bij de cliëntondersteuners van MEE, die vaak goed op de hoogte zijn van wat er in jouw gemeente mogelijk is. Zij kennen de weg en helpen je tijdens het hele aanvraagproces. 

Hoe krijg je de vergoeding uitgekeerd?

Er zijn drie mogelijkheden:

• Je krijgt de vergoeding in natura, bijvoorbeeld een rolstoel.
• Je krijgt een tegemoetkoming in de kosten.
• Je krijgt een persoonsgebonden budget (PGB). Je ontvangt een geldbedrag waarmee je zelf zorg of hulp inkoopt.

Vief tipt

Heb je hulp nodig bij een complexe hulpvraag? De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (vng) heeft daarvoor een handige brochure, die je hier gratis kunt downloaden.