Toen Carla een tv-programma zag over de Camino, een pelgrimstocht naar het Spaanse Santiago de Compostela, werd ze direct gegrepen door de mooie verhalen en ontmoetingen van de wandelaars. In 2017 trok ze de stoute (wandel)schoenen aan en liep ze in haar eentje van Friesland naar Spanje.
Aan Vief vertelt ze wat deze bijzondere reis van 2800 kilometer haar heeft gebracht.
Carla, voor wie het niet weet. Wat is de Camino?
“Een Pelgrimstocht naar het graf van de apostel Jacobus, die begraven ligt in Santiago de Compostela in Spanje. De tocht bestaat al meer dan duizend jaar. Vroeger moesten criminelen de tocht lopen als een soort boetedoening. Tegenwoordig lopen mensen de tocht om verschillende redenen. Omdat ze niet lekker in hun vel zitten, ergens mee worstelen, of om iets te verwerken. Door even afstand te nemen van het normale leven, te wandelen en in de natuur te zijn op een hele andere plek, kom je makkelijker tot jezelf.”
Had jij zelf ook een bepaalde reden om te gaan?
“Het was niet de hoofdreden dat ik ging, maar ik heb mijn scheiding wel meegenomen in mijn tocht. Ondanks dat ik het wel redelijk een plek had gegeven, bleef die altijd wat hangen. Tijdens het wandelen heb ik veel tijd gehad om erover na te denken en het af te ronden. Dat heeft me wel vrede gegeven met de situatie.”
Is dat wat deze wandeling met de mens doet?
“Ja. Het is denk ik een van de beste aanraders als je ergens mee zit. Ga wandelen. In beweging zijn brengt ook je geest in beweging. Het geeft rust, je ademhaling gaat makkelijker. Eigenlijk gaat alles beter als je in beweging bent. Mijn ervaring is ook dat als je aan het wandelen bent, je veel sneller in gesprek raakt over dingen die echt ergens over gaan. Veel blabla gaat voorbij. Het is back to basic. Dat doet lijf en geest goed.”
Maar even, niet iedereen staat op een dag op en bedenkt: oké, ik ga naar Spanje lopen. Hoe ging dit?
“De tocht sprak me na het zien van het tv-programma meteen aan. Maar ik had op dat moment door gezondheidsproblemen niet de kracht en energie om te gaan, maar het idee bleef sudderen. Toen ik medicijnen voor mijn schildklier kreeg, deed mijn lijf het weer. De Camino was een soort test van wat mijn lijf aankon.”
Sommige mensen testen dat met een wandelingetje over de hei. Jij niet?
“Haha, nee. Ik had ook geen idee of het me zou lukken. Ik dacht: ik ga gewoon eerst een paar weken in Nederland wandelen en bekijken of het leuk is en of het me wat brengt. Al snel was ik eraan verslingerd. Ik voelde me elke dag fitter en beter in staat om te lopen. Toen heb ik het in twee weken geregeld met mijn werk en ben ik vertrokken.”
Vaker inspirerende verhalen ontvangen?
Ontvang regelmatig handige tips en inspirerende verhalen rechtsreeks in je mailbox. Schrijf je nu gratis in voor de digitale nieuwsbrief van Vief.
Wauw. En dan begin je gewoon ergens te lopen?
“Er zijn allerlei routes en boekjes, met informatie over slaapadressen en plekken waar je langs moet om een stempel voor op je stempelkaart te krijgen. Met een rugzak van 9 kilo liep ik eerst 15 kilometer per dag, na paar weken werd dit 25 km per dag. Ik vertrok op 17 mei in Friesland en kwam in oktober in Santiago aan.”
Het zijn er vast vele, maar kun je een hoogtepunt van deze reis noemen?
“Er zijn er inderdaad heel veel. Ik kan er een boek over schrijven - en dat ga ik ook doen als ik er de tijd voor heb. Wat wel bijzonder is aan de reis is dat je op veel bijzondere plekken slaapt onderweg. Zo sliep ik in een gemeentehuis, in verschillende kloosters en in Roermond dus in de catacomben onder de kathedraal. Er waren daar zeven plekken, maar ik was helemaal in mijn eentje. Door de kleine raampjes zag ik de voeten van mensen die voorbij liepen, dat was wel echt heel bijzonder.”
En die bijzondere ontmoetingen die je zo aantrokken, heb je die onderweg zelf ook ervaren?
“Jazeker. Meerdere. Je wordt op de een of andere manier gedragen. Het is een pad van vertrouwen. Zelf heb ik dat ervaren in Luik. Ik liep langs een snelweg en dacht: dit vind ik niet fijn. Auto’s snelden gevaarlijk dicht langs me heen. Ik zei in gedachten tegen Jacobus: ‘sorry, maar dit stuk ligt niet goed’. En net toen ik dat dacht, stopte er een auto. Een hele vieze. Normaal zou ik denken: wegwezen, maar nu dacht ik: ik heb erom gevraagd, nu moet ik leven met het antwoord. De automobilist en ik spraken elkaars taal niet. Het enige wat ik verstond, was dat hij me weg zou brengen. Ik moest er maar op vertrouwen. Uiteindelijk heeft hij me meegenomen naar zijn huis, waar hij me water en koffie gaf, en eieren voor me bakte. Ik nam afscheid met een dikke knuffel. Dat zijn wel echt bijzondere dingen.”
Ik kan me voorstellen dat je na zo’n reis terugkomt en denkt: tsja. En nu?
“Mensen vroegen me weleens: wat vond je het moeilijkst aan de Camino? En dan zeg ik: thuiskomen. Ik vond er geen reet aan. Wat doe ik hier? Ik wil lopen. Ik wil niet meer met al die regels leven. Het heeft me echt een maand gekost om weer te landen.”
Heb je het wandelen wel weer een plek kunnen geven in je leven?
“Ja. Ik heb besloten om van mijn huis in Zwolle een slaapplek te maken. Een paar keer per jaar komen er mensen logeren. Dat is heel leuk, want dan kun je het er weer over hebben. Ook ben ik nog met een groot plan bezig om voor mezelf te beginnen. Er is een nieuwe Camino in Roemenië van 1400 kilometer, om de berggebieden daar nieuw leven in te blazen. Komend voorjaar ga ik ‘m zelf lopen, en daarna ga ik kijken hoe ik groepjes mensen mee kan nemen en hen kan begeleiden.”